Beschrijving
Mijn moeder kon wel lezen, maar niet schrijven. Mijn vader had haar leren lezen, maar schrijven had hij haar nooit bijgebracht. ‘Ik heb het niet nodig, jongen,’ zei ze altijd. Zij kon haar gevoelens niet op papier zetten, maar ze kon uitstekend verhalen vertellen. De natuur had haar dat talent gegeven. Zo kon zó vertellen dat je door de kracht van haar woorden betoverd werd. De tranen begonnen dan vanzelf over je wangen te lopen. Ze vertelde verhalen die ik nooit vergeten zal. Vooral dat verhaal over een vader en zijn zoon. Een vader uit het verre verleden. Hij ging bij de poort van de stad zitten en bleef wachten op zijn zoon die vermist werd. Hij wachtte er jarenlang, werd blind, maar bleef wachten. (Uit: De Brieven van Kader Abdolah)